Lopen. Voor vrijwel iedereen de normaalste zaak van de wereld. Na tijgeren en kruipen de meest geëigende manier voor de mens om zich voort te bewegen. Daarna komen pas fietsen, (rol)schaatsen, autorijden en vliegen. Ik doe het ook en ik ben er nog lang niet klaar mee. Het begon toen ik ruim een jaar was. Eerst heel voorzichtig, stap-voor-stap, en al snel met veel bravoure en plezier. Eerst langzaam en al vlug ook sneller. Eerst korte stukjes en niet veel later al hele einden. Lopen.
In het vroege voorjaar van 2013, op zondag 10 maart, liep ik mijn eerste halve marathon: de ABN AMRO CPC Loop in Den Haag, beter bekend als de City-Pier-City. Het was koud, de wind was guur en er liepen voortdurend andere lopers voor m’n voeten, maar het was in één woord: geweldig. Wat. Een. Feest. Vol spanning had ik er naar uitgekeken, ik was al dagen zenuwachtig geweest, maar het overtrof mijn stoutste verwachtingen. Wat een genot om volledig op eigen kracht ruim 21 kilometer non-stop hard te kunnen lopen. Wat kan een mens toch veel. En mijn tijd, startnummer 6718: 1:48:32, was ook nog eens alleszins acceptabel.